Onze visie
Met 10 krijtlijnen naar een eerlijke en effectieve participatie
Eerlijke participatie is onze visie én doelstelling bij al onze activiteiten, zowel de artistieke als de inhoudelijke.
Voor ons zit participatie dan ook vervat in 10 krijtlijnen die we afvinken bij de totstandkoming van ons aanbod.
Deze helpen ons om eerlijke en effectieve participatie vorm te geven.
1. Leren door te doen, niet door erover te praten
Participatie staat niet gelijk aan het oprichten van een formeel orgaan dat tot doel heeft om er te leren participeren.
Uiteraard kan u democratische vaardigheden en burgerschapsattitude bevorderen. Maar dan wel in authentieke situaties waarin je leerlingen, medewerkers, cliënten, bewoners, … uitnodigt en uitdaagt om te participeren.
‘Leren vergaderen’ of ‘leren je mening verwoorden’ gebeuren daarom best in een reële werk-, leef- of leersetting.
2. Participanten actief uitnodigen
Leerlingen of medewerkers zijn niet sowieso actief betrokken. Kinderen en jongeren zeggen niet per se ‘vanzelf wel hun gedacht als ze dat willen’. Medewerkers participeren vaak pas als ze daartoe echt de gelegenheid – of sterker nog: de vraag – krijgen. Het initiatief hiertoe ligt vaak bij de volwassenen of de leidinggevenden. Daar is niets mis mee, integendeel.
3. Niet enkel op ‘leerlingen/medewerkers’ focussen
Jongeren of medewerkers ‘apart zetten’ om te participeren is alsof je ze een eiland in de school of de organisatie laat bouwen. Participanten die zonder begeleiders ‘participeren’, modderen vaak gewoon aan.
De kans is groot dat ze ontmoedigd geraken. Het is pas samen met anderen (leidinggevenden, leerkrachten, klanten…) dat participatie een verschil kan maken voor het geheel van de organisatie.
4. Domeinen afbakenen
Waarover kan en mag het gaan? Die vragen zijn cruciaal om te stellen én te beantwoorden. Het ontbreken van een domeinafbakening zorgt er vaak voor dat participanten met onrealistische voorstellen komen.
Cruciaal is hierbij om als verantwoordelijke of leidinggevende aan alle betrokkenen duiding te geven bij de domeinafbakening. Waarom kan je op een bepaalde vraag, verwachting, voorstel, … wel of niet ingaan? En hoe?
5. Verantwoordelijkheid geven én nemen
Participeren is meer dan wilde ideeën roepen en dan er vanuit gaan dat iemand anders die wel zal uitvoeren.
Het is – binnen je mogelijkheden – mee denken en werken rond haalbare voorstellen.
In die zin is de dialoog organiseren én in dialoog gaan de basis voor elke vorm van participatie.
6. Onderzoek voor je begint
Participatie is geen kwestie van de hele dag blindelings aan participanten te vragen wat ze willen.
Dat is vermoeiend (voor alle partijen), inefficiënt en leidt vaak niet tot het gewenste resultaat. Elke vraag die je stelt is een onderzoek(je) waard.
Wat is het thema? Wie is erbij betrokken? Op welke manier? Wat willen we bereiken? Wat is haalbaar?
Zo ga je bewust om met tijd en middelen. En zo breng je de juiste mensen om de juiste reden op de gepaste plaats en tijd samen. De kwaliteit van het participatief karakter kan je afmeten aan het aantal actoren dat op de hoogte is en het aantal dat zich effectief betrokken voelt.
7. Niet extra doen, wel anders doen
Dat betekent niet dat participatie geen extra werk vraagt. Het betekent wel dat je geen extra thema’s, betrokkenen of structuren uitvindt om ‘participatie te hebben’.
Participatief werken is een manier van denken en handelen die idealiter inherent is aan alles wat je onderneemt. Elke school, organisatie of bedrijf heeft genoeg thema’s die de moeite waard zijn om over te participeren.
Het heeft geen zin om iets extra te creëren als de mensen die de school of de organisatie maken in hun dagelijkse manier van werken geen of weinig participatiekansen bieden.
8. Het (h)erkennen van ervaringsdeskundigheid
Leerkrachten/leidinggevenden weten het best hoe het is om les te geven, om leiding te geven.
Leerlingen en medewerkers weten het best wat het is om les te krijgen of om bepaalde opdrachten uit te voeren.
Maar ook om te weten wat het is om met 500 door een gang te moeten tijdens een leswissel bijvoorbeeld. Zo simpel is dit principe. Die ervaringsdeskundigheid biedt vaak een verfrissende en leerrijke kijk.
9. Sturen, begeleiden en structuur bieden
Het houdt geen steek om een participatief proces volledig los te laten of uit handen te geven.
Dan wordt participatie als ‘kinderen in het water gooien en ervan uitgaan dat ze kunnen zwemmen’.
Anders gezegd: je kan niet uit handen geven wat je niet in handen hebt.
10. SPEELS
Kortom, participatie is SPEELS: simpel, plezant, ervaringsgericht, eerlijk, leerrijk en samen.